-
1 rebondir
rebondir [rəbõdier]〈 werkwoord〉1 (terug)stuiten ⇒ opspringen, stuiteren2 opleven ⇒ weer actueel worden, een andere wending nemen, weer oplaaienv2) opleven, weer oplaaien -
2 achopper
achopper [aasĵoppee] -
3 buter
buter [buutee]1 〈+ contre〉stoten (tegen, op) ⇒ botsen (tegen), struikelen (over)II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 koppig, bokkig, halsstarrig maken -
4 affronter
affronter [aafrõtee]1 trotseren ⇒ tarten, het hoofd bieden aan1 met elkaar in botsing komen ⇒ op elkaar stuiten, wedijveren♦voorbeelden:1. v1) trotseren, het hoofd bieden (aan)3) samenbrengen2. s'affrontervslaags raken, tegen elkaar uitkomen -
5 bec
bec [bek]〈m.〉♦voorbeelden:claquer du bec • rammelen van de hongerclore, clouer le bec à qn. • iemand de mond snoerenferme ton bec! • hou je bek!ouvrir le bec • zijn waffel opendoenbec d'une cruche • tuit van een kanbec de gaz • gaslantaarnavoir (caquet) bon bec • een roddelaar(ster) zijnêtre, rester le bec dans l'eau • uit het veld geslagen zijntomber sur un bec (de gaz) • op een onverwachte moeilijkheid stuitenm1) snavel, snuit2) bek, smoel3) pit [van lamp]4) punt, puntig uiteinde5) tuit [van kan]6) mondstuk [van muziekinstrument] -
6 bond
bond [bõ]〈m.〉♦voorbeelden:ne faire qu'un bond • toesnellen, ijlings komen aanlopend' un bond • met een sprong, ineenspar bonds • sprongsgewijs→ ballesaisir au bond un mot • een woord (in het voorbijgaan) opvangenm -
7 manche
manche [mãsĵ]I 〈m.〉1 heft ⇒ steel, handvat(sel)♦voorbeelden:〈 figuurlijk, informeel〉 branler au, dans le manche • wankel zijn 〈 ook figuurlijk〉; 〈 ook〉 los aan de steel zitten5 quel manche! • wat een kluns!se débrouiller comme un manche, s'y prendre comme un manche • het dom aanleggen, het stom aanpakkenII 〈v.〉1 mouw♦voorbeelden:manche kimono • kimonomouwmanche raglan • raglanmouw, aangezette mouwmanche pagode • wijd openvallende mouwretroussons nos manches! • aan het werk!, vooruit!en manches de chemise • in (zijn) hemdsmouwensans manches • mouwloos¶ faire la manche • geld ophalen, bedelenla Manche • het Kanaal→ paire1. m1) steel, handvat2) hals [viool, gitaar]3) staart [ploeg]4) been [kotelet]5) sukkel, sufferd2. f1) mouw2) manche, partij [tennis]3) slang [techniek]4) zak [schip, vliegtuig] -
8 marée
marée [maaree]〈v.〉♦voorbeelden:marée d'équinoxe • springtijmarée descendante • afnemend tij, ebgrande marée • springvloedà (la) marée haute, basse • bij vloed, eb→ vent〈 figuurlijk〉 la marée noire des jeunes sans-travail • de niet te stuiten aanwas van jonge werklozenf1) getijde, tij3) stroom, vloed -
9 opposition
opposition [oppooziesjõ]〈v.〉1 weerstand ⇒ tegenstand, verzet2 tegenstelling ⇒ contrast, verschil, tegenspraak♦voorbeelden:opposition d'intérêts • belangenstrijdrencontrer de l'opposition • op weerstand stuiten, tegenstand ondervindenfaire, mettre opposition à • bezwaar maken tegen, beroep aantekenen tegenpar opposition à • in tegenstelling metf1) tegenstand, verzet -
10 os
os [os < meervoud> oo]〈m.〉2 bout ⇒ kluif, bot♦voorbeelden:os longs • pijpbeenderentrempé jusqu'aux os • doornatil ne fera pas de vieux os • hij wordt niet oud〈 informeel〉 amène tes os • kom 'ns hier!y laisser ses os • zijn hachje er bij inschietenjusqu'à l'os, jusqu'aux os • door en doordonner un os à ronger à qn. • iemand met een zoethoudertje tevreden stellentomber sur un os • op een onverwachte moeilijkheid stuitenm1) been, bot2) bout, kluif -
11 rencontrer
rencontrer [rãkõtree]1 ontmoeten ⇒ tegenkomen, vinden♦voorbeelden:♦voorbeelden:→ esprit2 il se rencontre des gens qui … • er zijn mensen die …1. v1) ontmoeten, tegenkomen2. se rencontrerv -
12 torrentiel
torrentiel [torrãsjel]1 woest stromend ⇒ (als) van, als een bergstroom♦voorbeelden:pluie torrentielle • stortbui, wolkbreuk= torrentielle; adj -
13 trouver
trouver [troevee]1 vinden ⇒ ontdekken, ontwaren, uitdenken2 vinden ⇒ aantreffen, ondervinden, ontmoeten4 vinden ⇒ van mening zijn, oordelen5 vinden ⇒ noemen, aanwijzen♦voorbeelden:trouver à redire à qc. • ergens iets op aan te merken hebbentrouver la porte fermée • voor een gesloten deur staanje l'ai trouvé fouillant dans mon tiroir • ik heb hem betrapt toen hij mijn la doorzochtaller trouver qn., venir trouver qn. • iemand (gaan, komen) opzoeken〈 informeel〉 où avez-vous trouvé cela? • hoe komt u erbij?où peut-on vous trouver? • waar kan men u bereiken?→ plaisir〈 informeel〉 la trouver mauvaise, saumâtre • iets vervelend, zuur vinden1 zich bevinden ⇒ zijn, liggen, staan♦voorbeelden:1 se trouver court • niet verder kunnen, blijven stekense trouver laid • zich lelijk vindens'en trouver bien • zich er wel bij bevindense trouver mal • zich niet lekker voelença se trouve bien! • dat treft goed!1. v 2. se trouverv2) zich voelen3) blijken -
14 broncher
-
15 enrayer
enrayer [ãrejjee]2 〈 crisis, gevaarlijke ontwikkeling〉 tot staan brengen ⇒ stuiten, (af)remmen, een halt toeroepen aan♦voorbeelden: -
16 *heurter
*heurter ['urtee]1 stoten (tegen) ⇒ aanvaren, aanrijden -
17 il a un débit torrentiel
il a un débit torrentielDictionnaire français-néerlandais > il a un débit torrentiel
-
18 la marée noire des jeunes sans-travail
la marée noire des jeunes sans-travailDictionnaire français-néerlandais > la marée noire des jeunes sans-travail
-
19 rebuter
rebuter [rəbuutee]1 afschrikken ⇒ afstoten, ontmoedigen2 tegenstaan ⇒ afkeer opwekken bij, tegen de borst stuiten -
20 rencontrer de l'opposition
rencontrer de l'oppositionop weerstand stuiten, tegenstand ondervindenDictionnaire français-néerlandais > rencontrer de l'opposition
- 1
- 2
См. также в других словарях:
stuiten — stotu … Woordenlijst Sranan
Patrick Kluivert — Spielerinformationen Voller Name Patrick Stephan Kluivert Geburtstag 1. Juli 1976 … Deutsch Wikipedia
Mädchen — (s. ⇨ Jungfer, ⇨ Jungfrau, ⇨ Mädel und⇨ Meitschi). 1. Alle Mädchen sind Jungfern, so lange der Bauch schweigt. – Eiselein, 354; Simrock, 5328; Braun, I, 1703. Im Plattdeutschen: All Möäkens sind Jumfern, so lang de Bûk schwigt. (Schlingmann,… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
stoit — ˈstōt, ˈstȯit intransitive verb ( ed/ ing/ s) Etymology: perhaps from Dutch stuiten to stop, check, bounce; akin to Old High German stōzan to push, thrust more at stint 1. chiefly Scotland : stagger, lurch 2. dialect England … Useful english dictionary